Het doorlopen van de scholingen Module 1 tot en met 5 beslaat ongeveer een periode van een half jaar. Module 1 en 4 kan de deelnemer thuis en op de praktijk maken. De derde module is een bezoek aan een longfunctielaboratorium. Module 2 en 5 zijn bijeenkomsten op locatie.
Bron: CAHAG
Uitleg Module 1 T/M 5
- Is een zelfstudie, een e-learning module, die thuis achter de laptop of tablet gemaakt kan worden. Deze e-learning module gaat over de basisbeginselen van het uitvoeren en beoordelen van spirometrie in de huisartsenpraktijk. De deelnemer volgt deze e-learning in de digitale leeromgeving van de CAHAG. 1 Week voorafgaande aan module 2 ontvangt de deelnemer de inlog gegevens van de CAHAG.
Duur van de module is 1 uur
Accreditatie: 1 punt na afronding e-learning via NHG
MODULE 2 – BIJEENKOMST
- Begintoets
- Informatie over: longfysiologie, uitvoering spirometrie volgens ATS/ERS richtlijn (2005), inhoud NHG praktijkwijzer
- (2008) Over spirometrie, organisatie spirometrie, keuze apparaat, onderhoud en kwaliteitscontroles
- Start interpretatie
Duur van deze scholing: 3 uur
Accreditatie: 3 punten
- Rondleiding in longfunctielaboratorium in regio.
Duur: 2 uur
Accreditatie: 2 punten (voor huisartsen GEEN accreditatie)
- Maken portfolio
Het portfolio voor het CASPIR certificaat (module 1-5) wordt beoordeeld op de uitvoering en beoordeling van het longfunctieonderzoek.
Duur: ongeveer 3 tot 6 uur
Accreditatie: 1 punt (voor huisartsen GEEN accreditatie)
- Bespreken van de kennistoets
- Bespreken van de inhoud portfolio van de deelnemer
- Casusbespreking
- Praktijkexamen
- Eindtoets
Duur: 3 uur
Accreditatie: 3 punten
CASPIR Certificaat
Als je met goed gevolg module 1 tot en met 5 afsluit wordt het CASPIR certificaat uitgereikt.
De huisarts (en/of verpleegkundig specialist) krijgt een beoordelaarscertificaat.
De doktersassistent, praktijkondersteuner of praktijkverpleegkundige een uitvoerderscertificaat.
Docenten
Kaderhuisarts astma/COPD samen met een longarts en longfunctieanalist uit de regio.
Leerdoelen Caspir Module 1 T/M 5
– kan de patiënt instrueren ten aanzien van de uitvoering van de spirometrie test,
– kan een patiënt een geforceerde ademmanoeuvre laten uitvoeren volgens de NHG Praktijkwijzer Astma en COPD 2008 met reversibiliteit,
– dient het effect op de meting van niet rechtop zitten, hoesten, te trage expiratie, onvolledige expiratie, expiratietekort te kunnen verwoorden,
– kent de meest voorkomende spirometrie parameters en de relatie met de volume-tijd en flow-volume curve:
- PEF (peak expiratory flow),
- FVC (forced vital capacity),
- FEV1 (eenseconde waarde),
- FEV1/FVC ratio.
– kent de criteria voor acceptatie van een test:
- snelle stijging van opgaande deel,
- spitse of iets afgeronde top,
- gladde curve,
- geen plotse val naar X-as,
- inspiratie gelijk aan de expiratie,
- minimaal 6 sec geblazen,
- plateau fase aanwezig > 1 sec, geen volumeverandering.
– kent de criteria voor herhaalbaarheid:
- 3 curven waarvan de 2 hoogste FEV1 en FVC< 150 ml verschillen,
- is op de hoogte van de GLI 2012.
– kan foutbronnen opsporen in de testuitvoering
– kan een vergelijking maken met de voorspelde waarden en kent de factoren die de referentiewaarden beïnvloeden
– kan zorg dragen voor het schoonmaken en het periodiek onderhoud van de spirometer (controleren nauwkeurigheid, instellen nulpunt)
– kan een logboek bijhouden en adequaat rapporteren in de, binnen de praktijk gehanteerde, rapportagemiddelen (HIS, software voor spirometrie,etc)
– kan kenmerken van een normale, restrictieve en obstructieve curve in zowel VT-curve als FV-curve herkennen
– kent de meest voorkomende spirometrie parameters en de relatie met de volume-tijd en flow-volume curve:
- PEF (peak expiratory flow),
- FVC (forced vital capacity),
- FEV1 (eenseconde waarde),
- FEV1/FVC ratio.
– kent de begrippen obstructie, restrictie en reversibiliteit,
– kent de criteria voor acceptatie en herhaalbaarheid van een test,
– kent de referentiewaarden GLI 2012,
– kan kenmerken van een normale, restrictieve en obstructieve curve in zowel VT-curve als FV-curve herkennen,
– kan een vergelijking maken met de voorspelde waarden en kent de factoren die referentiewaarden beïnvloeden,
– kan een spirometrie test laten uitvoeren,
– kent modellen om spirometrie te organiseren en de bijbehorende randvoorwaarden (eigen praktijk, huisartsenlab, diagnostische verwijzing),
– kan longfunctieonderzoek systematisch interpreteren volgens het gebruikte stappen-schema in de CASPIR cursus.
Data en sprekers webinar Caspir Module 1 T/M 5
State of the AIR organiseert regelmatig Caspir Module 1 T/m 5 nascholingen.
Bezoek de site regelmatig om op de hoogte te blijven van nieuwe data, of gebruik het formulier: Houd mij op de hoogte.